Werkstukken
Het maken van een werkstuk is geen eenvoudige klus.
Heel belangrijk is een goede voorbereiding. Hier zijn wat tips om jullie op weg
te helpen.
- Bereid jezelf goed voor
Kies een onderwerp dat je interesseert. Ga daarna op zoek naar
boeken over je onderwerp en gebruik leerzame sites van het internet.
Lees alles wat je verzameld hebt goed door. Je mag gebruik maken van de
hulpvragen op deze site maar je kunt ook een mindmap maken. Dit leer je
hier . - Maak een goede hoofdstukken indeling.
Bedenk een goede titel voor jouw werkstuk en bedenk hoe je jouw
werkstuk wilt indelen in hoofdstukken en paragrafen. Kies van ieder
hoofdstuk vragen die voor jou belangrijk zijn.
- Zoek goede teksten en plaatjes.
Zoek bij alles waarover je wilt schrijven materiaal. Dat kunnen teksten
zijn, maar ook foto's of tekeningen. Kijk of je genoeg weet om er zelf iets
over te schrijven. Als dat niet zo is, kun je extra materiaal gaan zoeken.
- Ga dan pas schrijven.
Als je dat allemaal gedaan hebt, begin je pas met schrijven. Denk daarbij
aan het volgende:
- Schrijf geen zinnen over van het internet of een boek, maar probeer alles zoveel mogelijk in je
eigen woorden op te schrijven.
- Gebruik nooit woorden die je niet kent.
Als je moeilijke woorden tegenkomt, vraag dan aan je ouders of op school
wat deze woorden betekenen, of zoek ze op in een woordenboek.
- Laat ruimte voor de plaatjes die je in
jouw werkstuk wilt plakken.
- Schrijf niet alles achter elkaar. Als je
iets over een nieuw onderwerp gaat schrijven, laat dan een regel open of
verzin een kopje dat je erboven kunt zetten.
- Gebruik voorbeelden en vergelijkingen om
iets duidelijk te maken.
- Zorg dat je werkstuk er verzorgd uitziet
Als je klaar bent met schrijven, maak je een voorkant bij je
werkstuk. Schrijf een inleiding, een slot en een inhoudsopgave.
Zorg ook voor een goede bronvermelding.
- Printen
Als je werkstuk klaar is laat je het eerst
door iemand nakijken . Daarna print je het werkstuk en doe je er een mooi
mapje omheen.